Een week geleden zag ik Ted Langenbach in een filmpje waarin hij verklaarde dat de gemeente zich vooral niet moet bemoeien met de popmuziek in deze stad en alleen initiatieven vanuit ‘het veld’ en de markt vrij baan moest geven. Ambtenaren hebben nu eenmaal geen fantasie en lopen standaard tien jaar achter op de trends in het uitgaansleven. Daarin heeft hij op zich gelijk, maar dat het fantasieloos zijn in het DNA van ambtenaren vast zou liggen lijkt me toch wat overdreven.
Mocht het lukken om een beter bestuur te krijgen met minder overheid dan heb je mijn zegen hoor. Maar voorlopig zie ik vooral in de popmuziek dat hoe verder de gemeente zich terugtrekt, hoe groter de puinhopen worden.
De hardnekkige weigering van het gemeentebestuur om een groot poppodium uit de grond te stampen, of er tenminste een helpende hand voor uit te steken, getuigd niet van enige affiniteit met de behoefte van de muziekliefhebbers in deze stad. En hoe langer deze situatie voortduurt, hoe minder vertrouwen het uitgaanspubliek in de gemeente krijgt.
Het ontbreekt onze bestuurders aan een visie. Maar je mag van bestuurders en ambtenaren best wat meer visie verwachten. Een goed bestuur kan het zich niet veroorloven om als een kip zonder kop achter de feiten aan te blijven lopen. Er moeten keuzes gemaakt worden en als je keuzes maakt kan je niet met alle winden mee waaien en proberen iedereen tegemoet te komen.
– De gemeente wil een bruisende binnenstad, maar tegelijk zorgen dat overlast tot een minimum wordt beperkt.
– De gemeente wil dat particulieren grote bedragen investeren in cultuur, maar weigert het op cruciale momenten op te nemen voor een podium als Watt.
Wat een tegenstrijdigheden. Bestuurders gebruiken dit soort verzakingen om naar zichzelf te wijzen en te zeggen: ‘zie je wel dat je niet moet verwachten dat de oplossingen vanuit de overheid komen?’ De gemeentelijke overheid heeft het tegenwoordig vooral over hoe ze zichzelf zo snel mogelijk op kan heffen. Bijzonder motiverend voor alle ambtenaren.
Maar je kan mij niet wijsmaken dat er geen goede ambtenaren en bestuurders rondlopen; wat houdt die mensen in godsnaam tegen om wat meer proactief op te treden? Het hele bestuur is tegenwoordig lam gelegd door het idee dat de overheid een kleinere rol in het dagelijks leven moet gaan spelen en we met zijn allen zo snel mogelijk volledig aan de nukken van de markt moeten worden overgeleverd. Laat dat vrije markt gewauwel nou eens los: de markt gaat never nooit meer geld in popmuziek investeren na het debacle met Watt. Eigen schuld dikke bult.
Het Popkantoor
Onlangs zag je weer een mooi voorbeeld van het resultaat van die heilig verklaarde marktwerking. Het Popkantoor profileerde zich met veel bombarie als de gedoodverfde winnaar van het stadsinitiatief. Vervolgens blijkt dat het oude postkantoor op de Coolsingel, geheel naar Neo-Liberale beginselen, voor een habbekrats aan een projectontwikkelaar is verkocht. Vervolgens besluit diezelfde projectontwikkelaar ter elver uren dat het winstgevender is om outlet stores in dat pand te vestigen: exit Popkantoor. Kortom: hoe een slecht idee door een nog slechter idee wordt vervangen. Hoe typisch Rotterdams!
Als Rotterdam een goed bestuur had gehad had de gemeente het idee voor dat Popkantoor vroegtijdig opgepikt en overgenomen. Met die 2,5 miljoen van het stadsinitiatief krijg je geen groot poppodium voor de lange termijn, maar als de gemeente dit plan vanuit algemene middelen had ondersteunt en ervoor had gezorgd dat de juiste mensen aan het roer kwamen had Rotterdam dat Popkantoor binnenkort gewoon gehad.
Waterfront
Een goed bestuur had bijvoorbeeld ook nooit toegestaan dat Waterfront door een partij werd overgenomen die kansloos was om subsidies te krijgen. De ambtenarij wist van tevoren (of hoorde in ieder geval te weten) dat die nieuwe huurder van Waterfront niet zou gaan voldoen aan de eisen van de wet Bibob. Niettemin zit die exploitant nu vijf jaar vast aan een huurcontract en ligt Waterfront dus nog jaren op zijn gat. Dat is domweg wanbestuur.
Worm
Een goed bestuur had nooit toegestaan dat er jaarlijks drie ton extra naar Worm moet omdat de huur van dat pand zo achterlijk hoog is. De gemeente had een bod op dat pand moeten doen; een redelijk bod! Maar men had eigenaar Fons Burger moeten dwingen dat bod aan te nemen, simpelweg door te dreigen anders nooit meer zaken met hem te doen. Eens kijken hoe snel die man eieren voor zijn geld had gekozen. In de huidige huizenmarkt had hij nooit van zijn leven een andere huurder voor dat pand gevonden en het ook never nooit niet kunnen verkopen. En ik zie geen enkele reden waarom de gemeente speculanten als Fons Burger te vriend zou moeten houden. Je hoort de wolven constant huilen dat er teveel gemeenschapsgeld aan cultuur wordt uitgegeven, maar als er grote sommen in de zakken van gewiekste zakenlieden verdwijnen moet dat zogenaamd maar kunnen? Drie ton; daar kan je drie zalen als Exit mee financieren!
Live Nation
Er zit m.i. ook meer achter de ondergang van Watt en Waterfront. Het Mojopolie zorgt ervoor dat Rotterdam van grote acts verstoken is en blijft. Het zou interessant zijn als uitgezocht werd in hoeverre de bouw van het Ziggo Dome in Amsterdam de sluiting van Watt heeft beïnvloed. Een goed bestuur zou de hegemonie en bijna monopolie van Live Nation als concertorganisator allang aangekaart hebben; desnoods via Europa, want het is niet denkbeeldig dat ook andere steden op het continent aanbod van bands aan zich voorbij zien gaan omdat er zogenaamde Live Nation sheds in nabijgelegen steden worden geëxploiteerd.
De ‘vrije markt ‘heeft bedongen dat je als Rotterdammer voortaan naar Amsterdam moet afzakken om grotere bands te zien. Volgens Mojo weten grote Amerikaanse acts niet eens van het bestaan van de grootste havenstad ter wereld af en willen ze alleen in Amsterdam optreden. Flauwe excuses van Live Nation, bedoeld om hun zinnetje door te drukken. De Randstad is in de ogen van Amerikanen een aaneengesloten stad en de steden daarbuiten zijn de suburbs. Amerikanen zien Nederland een stadstaat ala Singapore en als ze vanuit Schiphol in zuidelijke richting rijden en in Rotterdam aankomen denken ze dat ze ‘in the modern part of town’ terecht zijn gekomen.
Onder een goed plaatselijk bestuur zou Rotterdam nu inzetten op een groot aanbod van diverse kleinschalige poppodia. Amsterdam wil de mainstream? Let them have it. Maar geef Rotterdam dan de underground! Dan kunnen we hier over een paar jaar weer met reden, naar onze grote Rotterdamse dichter Jules Deelder, beweren: ” Amsterdam heeft ’t, Rotterdam heb ’t niet nodig”. Want de bands die dan in het Ziggo Dome spelen hebben we hier dan al vijf jaar eerder als opkomende beloftes kunnen zien. Groen en geel van jaloezie zullen ze zijn daar in 020…